Auteur(s)
Mares Ann
Source

Documentatiecentrum Vlaamse Rand, Rand-ABC-fiche, 2009

Organisation
Année
2009
Langue
NL
Rand-abc fiche

Inleiding

Zes gemeenten uit de Vlaamse Rand worden ‘faciliteitengemeenten’ genoemd omdat de wetgever in 1963 besliste om, op basis van resultaten van de talentelling van 1947, in deze gemeenten taalfaciliteiten of –tegemoetkomingen te voorzien voor de Franstalige taalminderheid*. Het gaat om Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem. Met de grondwetherziening van 1970 werden deze 6 gemeenten bij het Nederlandse taalgebied gevoegd en de staatshervorming van 1988 legde het faciliteitenstelsel vast in de Grondwet. De omzendbrieven Peeters, Martens en Keulen vullen de bestaande taalwetgeving betreffende deze gemeenten aan.

De vastlegging van de taalgrens in de wet van 8 november 1962 en de taalwet van 2 augustus 1963, verdeelden België in 4 taalgebieden: een Nederlands, Frans en Duits taalgebied en een tweetalige Brusselse agglomeratie. In de homogene taalgebieden geldt de streektaal als officiële taal van de administratie en van het onderwijs. Een aantal gemeenten langs de taalgrens en rond Brussel met een aanwezigheid van minstens 30 % anderstaligen, bekwam echter een faciliteitenstatuut als onderdeel van het taalcompromis van Hertoginnedal.

faciliteiten gemeenten kaartVoordien was het taalstatuut van een gemeente afhankelijk van de resultaten van een talentelling. De massale inwijking van Franstalige Brusselaars in de randgemeenten, de sociale en taaldruk vanuit de hoofdstad en een betwistbare vraagstelling in de talentelling zorgden voor een systematische uitbreiding van het aantal tweetalige gemeenten ten koste van de eentalig Nederlandse gemeenten. Gemeenten met meer dan 50 % anderstaligen werden tweetalig en een aanwezigheid van 30 % anderstaligen gaf aanleiding tot de instelling van een faciliteitenregime. Vier van de huidige zes randgemeenten met faciliteiten hadden reeds een dergelijk ‘onthaal’-regime voor anderstaligen sinds 1954, namelijk Drogenbos, Wemmel, Kraainem en Linkebeek. De Vlaamse Beweging ijverde voor een sluitende taalwetgeving en voor de vastlegging van de taalgrens om de verdere verfransing van de Vlaamse gemeenten te stoppen.


In bestuurszaken

De taalwet van 2 augustus 1963 in bestuurszaken bepaalde dat in deze faciliteitengemeenten de betrekkingen tussen de gemeentelijke administratie en de inwoners in het Nederlands gebeuren of in het Frans, naargelang de wens van de betrokken inwoner. Berichten en mededelingen van de gemeente moeten in beide talen worden opgesteld, met voorrang voor het Nederlands. Formulieren, akten, vergunningen en andere administratieve documenten moeten beschikbaar zijn in beide talen of opgesteld worden in het Frans of Nederlands, naar keuze van de inwoner. De faciliteitenregeling geldt enkel voor de communicatie tussen de gemeentelijke overheid en de individuele inwoners en niet voor de beleidsmensen. De gemeenteraden en de schepencolleges in de zes faciliteitengemeenten mogen m.a.w. uitsluitend in het Nederlands verlopen. De omzendbrief Peeters wijst er op dat de bewoners telkens zelf om het vertaalde document moeten verzoeken.

In onderwijs

Het onderwijs in de faciliteitengemeenten verloopt in het Nederlands. Alleen voor het kleuter- en lager onderwijs bestaat de mogelijkheid om Franstalig onderwijs in te richten. Deze kleuter- en basisscholen worden door de Vlaamse Gemeenschap ingericht op vraag van minstens 16 Franstalige ouders, wonende in de faciliteitengemeenten.

Tegengestelde visies

Deze faciliteitenregeling vormde vanaf het begin aanleiding tot tegengestelde standpunten over de bedoeling ervan: permanente taalrechten of tijdelijke integratiebevorderende maatregelen. De wetgeving zelf was op dat terrein vaag, zodat verschillende, zelfs tegengestelde interpretaties naast elkaar bleven bestaan. De oorsprong van deze bepalingen ligt in een moeizaam tot stand gekomen compromis, waarbij een aantal zaken zodanig werden geformuleerd dat ze door alle partijen bij hun achterban konden worden verdedigd.
 
Sinds de afschaffing van de talentelling (wet van 24 juli 1961) zijn er geen officiële gegevens meer over het taalgebruik in deze gemeenten. Verschillende indicatoren wijzen er echter op dat de verfransing in de zes gemeenten is blijven doorgaan. Dat blijkt onder meer uit de resultaten van de lokale verkiezingen. De meeste van deze gemeenten kennen intussen Franstalige meerderheden. Dat maakt dat het verplichte gebruik van Nederlands als bestuurstaal langs Franstalige zijde sterk wordt betwist. Franstalige politici schakelden internationale instanties in om deze taalsituaties aan te klagen. Ook andere indicatoren wijzen op een gestage verfransing en recente internationalisering, zoals de instroom van anderstalige leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs en de cijfers van Kind & Gezin.
 
Aan Vlaamse kant werd ingezien dat de faciliteiten in de praktijk niet integratiebevorderend werkten en integendeel maakten dat vele nieuwe Franstalig Brusselse inwijkelingen zich precies in deze gemeenten vestigden, omdat zij daar verder in hun taal konden worden bediend. In tegenstelling tot de oorspronkelijke bedoeling werkte de taalregeling in de betreffende gemeenten dus verder de verfransing in de hand. Omdat de afschaffing van de faciliteiten enkel mogelijk is door een grondwetswijziging op federaal niveau, handhaaft de Vlaamse overheid een strikte toepassing van de taalwetgeving in de 6 gemeenten, onder meer door middel van de omzendbrief Peeters.

* Ook een aantal gemeenten gelegen aan de taalgrens geniet een statuut van faciliteiten: Bever, Herstappe, Mesen, Ronse, Spiere-Helkijn en Voeren in het Nederlandse taalgebied: Edingen, Komen-Waasten, Moeskroen en Vloesberg in het Franse taalgebied. Daarnaast zijn er een aantal gemeenten in het Franse taalgebied met faciliteiten voor Duitstaligen: Malmedy en Waismes, en gemeenten in het Duitse taalgebied met faciliteiten voor Franstaligen: Amel, Bullingen Burg-Reuland, Bütgenbach, Eupen, Kelmis, Lontzen, Raeren en Sankt Vith.

Ann Mares, maart 2009.

Meer lezen

  • Koninklijk Besluit van 18 juni 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken (Wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, Wet van 8 november 1962 tot wijziging van provincie-, arrondissements- en gemeentegrenzen en tot wijziging van de wet van 28 juni 1932 op het gebruik van de talen in bestuurszaken en van de wet van 14 juli 1932 houdende taalregeling in het lager en in het middelbaar onderwijs, Wet van 28 juni 1932 op het gebruik van de talen in bestuurszaken)
  • Els Witte (red.), De Brusselse Rand, Brusselse Thema’s 1, Brussel, VUBPRESS, 1993.
  • Els Witte (red.), Het probleem Brussel sinds Hertoginnedal (1963), 1. Historische achtergronden, Taal en Sociale Integratie 11, Brussel, VUBPRESS, 1989.
  • Els Witte (red.), Het probleem Brussel sinds Hertoginnedal (1963), 2. De Evolutie sinds 1963, Taal en Sociale Integratie 12, Brussel, VUBPRESS, 1989.
  • Petra Gunst, Brussel en de Vlaamse Rand. Een verhaal van migraties en grenzen, Accenten uit de geschiedenis van Vlaams-Brabant, 2008.
  • Raad van Europa over de niet-benoeming van de 3 burgemeesters, oktober 2008, meer informatie
  • Standpunt Raad van Europa, Rapport van het Comité tegen Rassendiscriminatie van de Verenigde Naties (CERD) over de Vlaamse Wooncode
Type de publication
Carte
Catégorie
Institutions communales
Politique / Governance
Communes périphériques
Région
Vlaamse Rand
Faciliteitengemeenten
Share this