Auteur(s)
Goetvinck Karla
Bron

Documentatiecentrum Vlaamse Rand, Rand-ABC-fiche, oktober 2015

Organisatie
vzw 'de Rand'
Documentatiecentrum Vlaamse Rand
Jaar
2015
Taal
NL
abc

Inleiding

De taalwetten van 1932 voerden het principe streektaal is onderwijstaal in, maar sinds de invoering van de faciliteiten in 1963 zijn de faciliteitengemeenten verplicht om kleuter- en lager onderwijs in de andere landstaal in te richten wanneer minstens 16 gezinshoofden daar om vragen. In de 6 randgemeenten met faciliteiten zijn er momenteel 8 Franstalige basisscholen, verspreid over 10 vestigingsplaatsen. Elke gemeente heeft een gemeenteschool en in Sint-Genesius-Rode en in Wezembeek-Oppem bestaat er ook een vrije school.1

In de taalwet op bestuurszaken is vastgelegd dat er in deze Franstalige basisscholen vanaf het 3de leerjaar Nederlands moet worden gegeven: wekelijks 4 uur in het 3de en 4de leerjaar en 8 uur in het 5de en 6de leerjaar.
 
Leerlingenaantallen Franstalige basisscholen
 1/2/20111/2/20121/2/20131/2/2014
Drogenbos196211224238
Kraainem356393384364
Linkebeek183166169167
Sint-Genesius-Rode652609629609
Wemmel676684708716
Wezembeek-Oppem800807810829
Totaal2.8632.8702.9242.923
BRON: Cijferboek Vlaamse Rand (cijfers vanaf 2004)
 
In deze scholen worden enkel leerlingen toegelaten die het Frans als moedertaal hebben en in een van deze 6 gemeenten wonen. De controle daarop (de zogenoemde taalinspectie) is een federale bevoegdheid. De scholen zelf worden gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap.
De pedagogische inspectie gebeurt dan weer door de Franse Gemeenschap. Dat werd in de jaren 1970 door de toenmalige Franstalige en Vlaamse ministers van onderwijs (toen nog samen in de Belgische regering) afgesproken.

Voogdijstrijd

 
In 1996 vroeg het Vlaams Parlement aan haar regering om deze protocolakkoorden te wijzigen, omdat ze strijdig zouden zijn met de Grondwet. Die garandeerde weliswaar het recht op dergelijk onderwijs, maar stelde tegelijkertijd dat enkel de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is voor onderwijs in Vlaanderen. Het Vlaams Parlement wilde controle kunnen uitoefenen op de scholen, waarvoor ze financieel verantwoordelijk was. Aan Franstalige zijde werd daartegen opgeworpen dat het geld uit een federale dotatie komt. Dat geldt echter voor ongeveer de hele Vlaamse begroting. De dotatie wordt voor de 8 bewuste scholen, net als voor alle andere scholen in het land, berekend op basis van leerlingentellingen.

10 jaar onderhandelen tussen Vlaamse en Franstalige onderwijsministers leidde tot niets. Vlaanderen vroeg daarop advies aan de Raad van State, maar dat gerechtshof vond het een zaak voor de collega’s van het Abitragehof (nu Grondwettelijk Hof). Om dat Hof tot een uitspraak te bewegen, diende het Vlaams Parlement eerst een decreet terzake goed te keuren.

Op 17 december 2007 keurde de onderwijscommissie van het Vlaams Parlement unaniem een voorstel tot decreet goed. Ook bij de stemming in het Vlaams Parlement op 23 oktober 2009, was de goedkeuring van het zgn. inspectiedecreet quasi unaniem. Enkel het enige Franstalige parlementslid Christian Van Eyken stemde tegen.


Het inspectiedecreet was een interpretatief decreet waarin de Vlaamse Gemeenschap zijn bevoegdheid over het Franstalige basisonderwijs in de Rand bevestigde. Franstalige basisscholen moesten voortaan de Vlaamse eindtermen volgen (tenzij het Vlaamse Parlement een afwijking goedkeurde), een door de Vlaamse Regering goedgekeurd leerplan toepassen, zich laten volgen door een Vlaams centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) en onderworpen zijn aan de Vlaamse pedagogische inspectie. In het Frans weliswaar, omwille van de faciliteiten.

 
Franstalige politici vreesden dat het decreet de doodsteek voor de scholen zou betekenen. De leerlingenaantallen waren op dat moment net lichtjes gedaald en de uitvoering van het decreet zou volgens hen leiden tot de geleidelijke afbouw van het Franstalige karakter van de betrokken scholen. En dat terwijl een meerderheid van de leerlingen doorstroomt naar het Franstalige secundaire onderwijs.

Daarom startten de besturen van de zes faciliteitengemeenten, enkele honderden ouders en leraars uit de acht betrokken scholen en het parlement van de Franse Gemeenschap een beroepsprocedure bij het Grondwettelijk Hof. Dat Hof besloot op 29 juli 2010 tot een schorsing en op 28 oktober 2010 tot een vernietiging van enkele bepalingen van het decreet. Zo vernietigde het Hof het artikel dat de inspectiebevoegdheid toekende aan Vlaamse inspecteurs. De pedagogische inspectie zou dus blijven gebeuren door inspecteurs van de Franse Gemeenschap en volgens de normen van de Franse Gemeenschap, zelfs al is de Franse Gemeenschap eigenlijk niet bevoegd in Vlaanderen. De inspecteurs van de Franse Gemeenschap moeten wel hun verslag in het Nederlands overmaken aan de Vlaamse Gemeenschap. De controle op de controle is dus Vlaams.
Andere bepalingen uit het decreet werden behouden. Zo moeten de Franstalige scholen zich laten volgen door een Vlaams centrum voor leerlingenbegeleiding, als het personeel er ook Frans kent tenminste. Voor psychologische begeleiding en logopedie mogen ze zich wel nog steeds richten tot een Franstalig centrum. En het Hof erkent de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap om ontwikkelingsdoelen en eindtermen vast te leggen voor de Franstalige scholen. Indien de scholen echter een afwijking vragen om de Franstalige ontwikkelingsdoelen en eindtermen toe te kunnen passen, kan de Vlaamse Gemeenschap dat niet weigeren, stelt het Hof. De Vlaamse Gemeenschap heeft eerder immers al de diploma's van de Franse Gemeenschap erkend.

Karla Goetvinck, oktober 2015.


Voetnoot

1 Daarnaast zijn er uiteraard ook Nederlandstalige scholen in de betrokken gemeenten.

Link

Publicatie type
Fiche
Categorie
Nederlandstalig onderwijs
Onderwijs
Regio
Vlaamse Rand
Drogenbos
Wemmel
Linkebeek
Kraainem
Wezembeek-Oppem
Sint-Genesius-Rode
Share this