1. Loop van de bevolking in het Brussels gewest en de Vlaamse Rand
Op 1 januari 1996 bereikte de bevolking van het Brussels gewest haar laagste peil sinds de Tweede Wereldoorlog (948.122 inwoners). Sindsdien groeide de Brusselse bevolking aan met meer dan 200.000 inwoners (+22%). Die forse bevolkingstoename is vooral het resultaat van een sterke stijging van het extern migratiesaldo[1] (Figuur 1, links). Het nettoresultaat van deze buitenlandse migratiebewegingen in de periode 1/1/1997 tot 1/1/2013 komt uit op bijna 260.000 extra inwoners[2]. Een tweede belangrijke factor in de aangroei van de Brusselse bevolking is de voortdurende progressie van de natuurlijke aangroei[3]. Dat is een gevolg van zowel een afnemend aantal overlijdens (door het kleiner wordend aandeel van de ouderen in de totale bevolking) als een toenemend aantal geboorten. Hierdoor kwamen er tussen 1997 en 2013 iets meer dan 92.000 inwoners bij. In tegenstelling tot het extern migratiesaldo en de natuurlijke aangroei, zorgde het intern migratiesaldo[4] voor een continu verlies aan inwoners. Zo verloor het Brussels gewest tijdens de voorbije 16 jaar bijna 165.000 inwoners aan Vlaanderen en Wallonië. Dat verlies is sinds het begin van de jaren 2000 nog toegenomen, en bedraagt momenteel ongeveer 13.000 inwoners per jaar.
Ook de bevolking van de Vlaamse Rand[5] kende sinds 1997 een constante en stijgende toename (+39.000 inwoners), al is de stijging in relatieve termen (+10%) maar half zo groot als in het Brussels Gewest (Figuur 1, rechts). De grootste bijdrage komt van het intern migratiesaldo (+ 22.000), gevolgd door de natuurlijke aangroei (+10.000) en het extern migratiesaldo (+ 2.700). Merk op dat het extern migratiesaldo pas sinds 2006 positief is. In tegenstelling tot in het Brussels Gewest is de impact van het extern migratiesaldo op de bevolkingsevolutie in de Vlaamse Rand dus veel minder groot.

Figuur 1: Demografische componenten van de bevolkingstoename in het Brussels gewest (links) en de Vlaamse Rand (rechts), 1997-2012 BRON: Statistics Belgium, statistiek van de loop van de bevolking; eigen bewerking
2. Intern migratiesaldo van het Brussels Gewest en de Vlaamse Rand
Als we verder inzoomen op het intern migratiesaldo van het Brussels Gewest en de Vlaamse Rand, dan wordt duidelijk dat beide regio’s op vlak van binnenlandse verhuisbewegingen sterk met mekaar verbonden zijn. Brussel verliest de meeste inwoners aan de Vlaamse Rand (-75.000 gedurende de periode 1997-2012) (Figuur 2, links). Sedert 1997 is deze netto-uitstroom ongeveer verdubbeld. Ook het migratiesaldo met Wallonië is aanzienlijk negatief (verlies van 60.000 inwoners), terwijl het verlies met de overige Vlaamse gemeenten in absolute aantallen het kleinst is (-29.000). Hoewel het migratiesaldo van het Brussels Gewest met Wallonië en de rest van Vlaanderen sinds 1997 meer dan verdubbeld is, lijkt er na 2005-2006 toch een zekere stabilisatie op te treden. Bekijken we het migratiesaldo van de Vlaamse Rand met de drie gewesten, dan is het opvallend dat de toenemende netto-instroom vanuit Brussel gepaard gaat met een stijgende uitstroom naar de rest van Vlaanderen en, in mindere mate, naar Wallonië (Figuur 2, rechts). Vermoedelijk heeft dit deels te maken met de stijging van de woningprijzen in de Vlaamse Rand, waardoor minder kapitaalkrachtige huishoudens op zoek gaan naar een goedkopere woning verder van Brussel.

Figuur 2: Intern migratiesaldo van het Brussels gewest (links) en de Vlaamse Rand (rechts) met andere Belgische regio’s, 1997-2012 BRON: Statistics Belgium, bewerking SVR, kubus Migraties naar herkomst en bestemming, leeftijd, geslacht en nationaliteit

Figuur 3: Intern migratiesaldo van het Brussels gewest (links) en de Vlaamse Rand (rechts) met andere Belgische regio’s naar leeftijd; cumulatieve cijfers voor de periode 2010-2012 BRON: Statistics Belgium, bewerking SVR, kubus Migraties naar herkomst en bestemming, leeftijd, geslacht en nationaliteit
In een volgende stap worden de interne migratiesaldi opgesplitst naar leeftijd (Figuur 3). Hieruit blijkt dat vooral personen tussen 20 en 28 jaar afkomstig uit Wallonië (en in mindere mate uit de rest van Vlaanderen) een vestigingsoverschot hebben in het Brussels Gewest. Jongvolwassenen verhuizen naar de (hoofd)stad in het kader van hun studies of hun (eerste) job en voelen zich aangetrokken door een stedelijke omgeving door de aanwezigheid van goedkope (huur)woningen en de vele uitgaansmogelijkheden. In een latere levensfase, eens er kinderen zijn (of gepland worden) en/of een eigen woning wordt gekocht, verlaten vele huishoudens de stad en vestigen zich bij voorkeur in de randstedelijke gemeenten. Voor wie in Brussel werkt, wordt (de duur van het) pendelen het compromis voor een betaalbare woning. Deze suburbanisatie vanuit Brussel is duidelijk zichtbaar in figuur 3 (cf. de sterk negatieve migratiesaldi van dertigers en jonge kinderen in het Brussels Gewest, en de sterk positieve saldi van deze leeftijdsgroepen in de Vlaamse Rand). De netto-uitstroom bij de jongvolwassenen uit de Vlaamse Rand vindt niet plaats in de richting van het Brussels Gewest, maar naar de rest van Vlaanderen (Figuur 3, rechts). De minder snelle groei van het aantal jobs in het Brussels Gewest t.o.v. de rest van België, het relatief beperkte aantal Vlaamse studenten in Brussel, en de snellere stijging van de woningprijzen in het Brussels Gewest t.o.v. de rest van het land kunnen daar een verklaring voor zijn.
[1] Het extern migratiesaldo is het verschil tussen (1) het aantal immigraties vanuit het buitenland en (2) het aantal emigraties naar het buitenland. In het aantal emigraties naar het buitenland is de balans van het aantal ambtshalve geschrapte personen min de heringeschreven personen verrekend. Vanaf 1998 worden in het extern migratiesaldo ook de veranderingen van register (van Wachtregister naar Rijksregister) meegeteld.
[2] De pieken in 2001-2002 en 2010 zijn deels een gevolg van de regularisatiecampagnes van de Belgische overheid.
[3] Het saldo van het aantal geboorten min het aantal overlijdens.
[4] Het intern migratiesaldo is het verschil tussen het aantal inwijkingen vanuit de rest van België en het aantal uitwijkingen naar de rest van België.
[5] De Vlaamse Rand omvat 19 Vlaamse gemeenten die grenzen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of aan de zes faciliteitengemeenten: Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Asse, Beersel, Dilbeek, Grimbergen, Hoeilaart, Machelen, Meise, Merchtem, Overijse, Sint-Pieters-Leeuw, Tervuren, Vilvoorde en Zaventem.
MEER INFORMATIE