BRIO-matrix-fiche, 17 december 2014

Inleiding
Door haar meervoudige hoofdstedelijke functies en haar rol als internationaal politiek en economisch machtscentrum wordt Brussel gekenmerkt door de aanwezigheid van een groot aantal (inter)nationale beslissingsorganen, buitenlandse organisaties, hoofdzetels van multinationals en naar schatting 160.000 buitenlandse werknemers of zogenaamde expats. De impact van de internationale rol van Brussel is ook voelbaar in de omliggende gemeenten, waar zich eveneens internationale instellingen en bedrijven en hun arbeidskrachten vestigen.
Aantrekkingspool Brussel
Brussel oefent als hoofdzetel van de Europese instellingen en als vestigingsplaats van internationale organisaties (o.a. de NATO) een grote aantrekkingskracht uit op andere gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties (die er hun hoofdkwartieren of bijkantoren vestigen), op lobbygroepen en op buitenlandse bedrijven (die de nabijheid van de beslissingsmacht opzoeken om hun activiteiten te ontplooien). Brussel staat in de top 3 van het lijstje van internationale politieke wereldsteden, samen met Washington DC en New York ((A.T. Kearney, 2014). Dit brengt o.a. hoge concentraties ambassades en consulaten (meer dan 150) met zich mee alsook een aanwezigheid van naar schatting 5.200 diplomaten, 1.400 journalisten en tussen de 15.000 en 20.000 lobbyisten. Ongeveer 40.000 mensen zijn tewerkgesteld in de Europese instellingen. Daarbovenop zorgen de bijna 300 regionale vertegenwoordigingen, 2.500 andere internationale instellingen, meer dan 2.000 internationale bedrijven en 160 internationale advocatenkantoren op hun beurt voor meerdere duizenden jobs. Reken daar nog logistieke diensten (relocatieagenten en vertalers) en andere nevenactiviteiten bij om in het Brussels Gewest op een geschat aantal van 120.000 expats te komen. Haar rol als wereldtrefpunt van economische en politieke macht levert Brussel heel wat tewerkstelling op voor hoogopgeleide buitenlandse werknemers, die doorgaans als expats worden omschreven.
Definities en situering
gemeente | LIIM 2013 | |
1 | Tervuren | 7,5% |
2 | Kraainem | 5,1% |
3 | Wezembeek-Oppem | 4,8% |
4 | Overijse | 3,8% |
5 | Hoeilaart | 2,8% |
Top 5 randgemeenten met het hoogste aandeel West- en Noord-Europeanen. BRON: SVR, Lokale inburgerings- en integratiemonitor (2013)
Onthaalstructuren en eigen netwerken
De keuze van de vestigingsplaats wordt beïnvloed door de nabijheid van de werkplek, door de aanwezigheid van infrastructuur (scholen, nabijheid luchthaven, ...), de groene omgeving en op basis van informatie die via netwerken wordt doorgegeven. Buitenlandse bedrijven en organisaties zorgen voor een groot deel zelf voor de opvang en begeleiding van de expats. Daartoe wordt door de werkgever soms een relocation agent ingeschakeld. Dat zijn commerciële bedrijven die expats bijstaan bij het zoeken van een geschikte woning en school en die de verhuizing, contacten met overheden en nutsbedrijven helpen regelen. Daarnaast bestaan een aantal netwerken die het onthaal en de opvang van nieuwkomers organiseren, van de Europese Commissie tot de informele netwerken (service-circuits, vriendenkringen, clubs en verenigingen voor vrijetijdsbesteding). Ook door de overheden worden initiatieven genomen om nieuwkomers te informeren. De inspanningen van de Vlaamse overheid zijn er onder meer op gericht om de nieuwe bewoners te laten kennis maken met de lokale structuren en gewoonten. In de informatiecampagnes wordt het Vlaamse karakter van de gemeente benadrukt en worden anderstaligen aangemoedigd om de officiële taal van het gebied te leren kennen en te gebruiken.
Expats en taalgebruik
Het gebruik van het Engels is dominant bij expats in de Rand, zowel in contacten met vrienden, als met de buren en als eerste contact met de huisarts of in het ziekenhuis (Janssens, 2012). In Brussel staat het Frans op de eerste plaats. In de werkomgeving wordt voornamelijk Engels gebruikt en het Frans blijkt de taal van het eerste contact op straat en bij het winkelen. Of expats Nederlands spreken, is afhankelijk van hun thuistaal en of zij al dan niet een cursus Nederlands volgden en niet zozeer van het feit of zij al dan niet in een Vlaamse gemeente resideren. Ook de duur van het verblijf bepaalt mee de taalkennis van het Nederlands. De bevraagde expats zijn vaak meertalig en combineren hun moedertaal met het Engels. Bij een langer verblijf zal eerder een cursus Nederlands worden gevolgd dan tijdens een passage van korte duur. Verder bleek ook dat de bevraagde expats de Rand verkiezen als verblijfplaats en ze verblijven er ook voor een langere duur dan de expats in Brussel. De opdeling van ons land en ook de taalregeling worden als zeer complex beschouwd. Voor de expatgemeenschap is het geen economische noodzakelijkheid om de taal van het gebied aan te leren. Desondanks werd vooral bij jongere expats vastgesteld dat zij in groten getale taalcursussen Nederlands volgen. De kennis van het Nederlands bevordert het volgen van de Nederlandstalige media en het deelnemen aan het sociaal-culturele leven.