Brussel, Brusssels Studies, Nummer 13, 7/01/2008
Het meertalige karakter van de bevolking, het aantal taalgemengde gezinnen en het feit dat steeds meer Brusselaars gebruik maken van de dienstverlening van beide traditionele taalgemeenschappen maakt het steeds moeilijker om in Brussel een persoon aan een specifieke taalgemeenschap te linken. Ook het taallandschap op zich wordt complexer. Frans blijft met voorsprong de lingua franca en de in Brussel geboren jongeren met een ‘allochtone’ achtergrond maken in hun nieuwe gezinnen meer en meer de shift naar het Frans. Tegelijk neemt echter het aantal tweetalige gezinnen en het aantal thuistalen toe. Het aandeel van Brusselaars uit eentalig Nederlandstalige gezinnen daalt licht en steeds meer Brusselaars die van huis uit Nederlands spreken doen dit in combinatie met een andere taal. Desondanks spreken deze personen wel steeds meer Nederlands in de publieke ruimte. Het Engels blijft qua taalgebruik duidelijk op de derde plaats en wordt vooral in de arbeidsomgeving gesproken, al beweren steeds meer Brusselaars deze taal vlotter te beheersen dan het Nederlands. De Brusselaars zelf vinden deze meertalige omgeving een belangrijke meerwaarde, al blijft politieke polarisering steeds om de hoek loeren.