Auteur(s)
Saeys Mathis
Bron

BRIO-fiche, mei 2024

Organisatie
Jaar
2024
Taal
NL
tb

Vermits in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ruim 180 verschillende nationaliteiten samenleven, mag het niet verwonderen dat deze unieke diversiteit ook aanwezig is in het Brusselse taallandschap. Maar welke talen worden er door de Brusselaars gesproken? Wie spreekt welke taal, waar, wanneer en met wie? Leidt de toegenomen taaldiversiteit tot meertalige Brusselaars? En welke positie heeft het Nederlands in het meertalige Brussel? Het BRIO-Taalbarometeronderzoek (TB), een unieke en uitgebreide representatieve bevraging bij volwassen Brusselaars, biedt een actueel beeld van de ontwikkelingen die zich inzake taal binnen Brussel voltrekken. 

Als (kleine) wereldstad wordt Brussel gekenmerkt door een steeds grotere diversiteit aan talen. Op basis van het ‘goed tot uitstekend’ spreken van een taal werden onder de 2.500 respondenten van TB1 (2001) 72 verschillende talen gesproken. Dit aantal liep op tot 106 talen in TB3 (2013) en bijna 100 verschillende talen ten tijde van TB4 (2018). Ondanks de kleinere steekproef van 1.627 respondenten in TB5 (2024) blijft de diversiteit aan talen hoog. Deze vijfde Taalbarometer leverde 104 verschillende geregistreerde talen op. Dit wijst er duidelijk op dat de taalkundige en culturele basis van Brussel steeds breder wordt. Niet enkel de taalverscheidenheid op zich, maar ook de snelheid waarmee deze verandering zich voltrekt is opvallend.

Een relevante vraag is echter of deze verhoogde taaldiversiteit ook tot meertalige Brusselaars leidt. In eerste instantie weten we dat de opgetekende taaldiversiteit zich vertaalt in hun talenkennis. De top 10 van de meest gesproken talen blijft over de vijf meetmomenten grotendeels dezelfde, al verschuiven de talen en hun aantallen onderling (zie Tabel 1). Frans blijft niet verwonderlijk de meest gekende taal in Brussel. Toch is de kennis ervan de voorbije twee decennia sterk gedaald. Tezelfdertijd versterkt het Engels haar positie als tweede meest gekende taal. Het Engels is vooral een schooltaal, die tevens belangrijk is voor de arbeidsmarkt. Hoewel deze in veel mindere mate een gezinstaal blijkt te zijn, blijft ze het populairst bij de jongste generatie Brusselaars.

Tabel 1: Top 10 van de meest gesproken talen in Brussel – vergelijking TB1 t.e.m.TB5
Tabel 1: Top 10 van de meest gesproken talen in Brussel – vergelijking TB1 t.e.m.TB5

Wat het Nederlands betreft spreekt men niet enkel meer, maar ook relatief beter Nederlands. Aan de basis ligt een groeiende groep jonge Brusselaars die de taal ‘goed tot uitstekend’ beheersen, en een relatieve inwijking van Nederlandstaligen vanuit Vlaanderen. De schommelingen van de kennis van het Arabisch, Spaans, Italiaans, Duits, Portugees en Turks vertonen over de vijf meetmomenten een meer grillig patroon. Sinds de TB4 zien we ook een Oost-Europese taal (het Roemeens) in de top 10 meest gesproken talen.

De top drie, met name beide officiële talen, het Nederlands en het Frans, aangevuld met het Engels, vormen de contacttalen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De kennis van de contacttalen is cruciaal in het alledaagse leven van wie in Brussel woont of werkt. Ze bieden opportuniteiten tot communicatie in verschillende formele en informele domeinen. Dat is bijvoorbeeld evident op de werkvloer: wie meerdere contacttalen machtig is, komt voor meer functies in aanmerking. 

Tabel 2: ‘Taalcompetentiekloof’ per Taalbarometer
Tabel 2: ‘Taalcompetentiekloof’ per Taalbarometer

Ongeveer de helft van de inwoners gebruikt minstens twee van de contacttalen. Tezelfdertijd zien we een toename van het aandeel Brusselaars dat geen van de contacttalen machtig is. Gegeven het belang van taligheid binnen de Brusselse samenleving impliceert een gebrekkige kennis van deze contacttalen minder kansen binnen die Brusselse context. De bovenstaande tabel expliceert het toenemend risico op maatschappelijke dualisering die voortkomt uit een dergelijke ‘taalcompetentiekloof’. 

De helft van de Brusselaars is opgegroeid in een taalgemengd gezin. Tabel 3 geeft onder vereenvoudigde vorm een overzicht van de oorspronkelijke thuistaalsituatie van de Brusselaars.

Tabel 3: Percentage Oorspronkelijke thuistaal van de Brusselaars per Taalbarometer
Tabel 3: Percentage Oorspronkelijke thuistaal van de Brusselaars per Taalbarometer

Numeriek blijft Frans de belangrijkste thuistaalgroep, al daalt haar aandeel als enige thuistaal. Het Nederlands weet haar positie te handhaven, en wint zelf licht terrein als oorspronkelijke thuistaal. Bovendien wordt het Nederlands door alle generaties Nederlandstaligen doorgegeven via intergenerationele overdracht, wat wijst op een mate van taalbehoud. Een derde van de Brusselaars groeide dan weer op in een gezin waar noch Nederlands noch Frans werd gesproken. 

Als men de taal niet via het gezin meekrijgt, dan is men aangewezen op het onderwijs. Hier wringt echter het schoentje. Alhoewel we voorzichtig dienen te zijn met de interpretatie van Tabel 4, is de tendens duidelijk: van de jonge Brusselaars die onderwijs liepen in het Franstalig onderwijs, ongeacht of dit in Brussel of Wallonië was, zegt nog geen 10% dat ze ‘goed tot uitstekend’ Nederlands spreken. Zowat acht op de tien jongeren die school hebben gelopen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs spreken dan weer ‘goed tot uitstekend’ Frans. Tezelfdertijd blijft de vraag naar tweetalig of meertalig onderwijs groot: 86% van de Brusselaars is een dergelijk onderwijs genegen. 

Tabel 4: Taalkennis (goed tot uitstekend) naar onderwijsachtergrond bij 18 tot 30-jarige Brusselaars per Taalbarometer – Selectie ‘Kennis Nederlands’ en ‘Kennis Frans’
Tabel 4: Taalkennis (goed tot uitstekend) naar onderwijsachtergrond bij 18 tot 30-jarige Brusselaars per Taalbarometer – Selectie ‘Kennis Nederlands’ en ‘Kennis Frans’

Taalcursussen Nederlands voor volwassen blijven ook populair. Een kwart van de Brusselaars die reeds een taalcursus volgden, kozen voor een taalcursus Nederlands. Van de Franstaligen die reeds een taalcursus volgden, koos zo’n 26% voor een cursus Nederlands. De beweegredenen om al dan niet een taalcursus Nederlands te volgen zijn uiteraard uiteenlopend. Toch blijkt de helft van de cursisten een cursus Nederlands te volgen omwille van werkgerelateerde redenen.

Tabel 5: Cursus Nederlands gevolgd volgens thuistaal per Taalbarometer
Tabel 5: Cursus Nederlands gevolgd volgens thuistaal per Taalbarometer

De voorgaande vaststelling wordt deels verklaard door de kennis van het Nederlands als een bepalende factor voor de toegang tot de Brusselse arbeidsmarkt. In de helft van de Brusselse arbeidssituaties is twee- of meertaligheid de norm. De combinatie van Frans met Engels blijkt veruit de meest gebruikte taalcombinatie te zijn op de Brusselse werkvloer. Zoals Tabel 6 verder toelicht, wordt in een op de vier werksituaties ook het Nederlands ‘vaak tot altijd’ gebruikt, veelal in combinatie met het Frans en/of Engels. 

Tabel 6: Taalgebruik op de Brusselse werkvloer – TB5
Tabel 6: Taalgebruik op de Brusselse werkvloer – TB5

Het taalgebruik op de Brusselse werkvloer is slechts één van de onderzochte taaldomeinen. Ook het taalgebruik in de formele en informele sfeer werd nader bestudeerd. De formele sfeer bestaat uit contacten met instellingen en administraties, terwijl de informele sfeer gaat over contacten met buren of binnen de context van vrijetijdsactiviteiten. Globaal beschouwd resulteert de vastgestelde taaldiversiteit in een wijzigend gebruik van de drie contacttalen. Aan de basis ligt de verschuiving van eentalige communicatie naar een combinatie van twee of drie contacttalen, ongeacht het effectief kennisniveau.

Tabel 7: Evolutie mondeling taalgebruik met gemeentelijke ambtenaren per Taalbarometer
Tabel 7: Evolutie mondeling taalgebruik met gemeentelijke ambtenaren per Taalbarometer

In de Brusselse gemeentelijke administraties, waar taalgebruik traditioneel een pijnpunt is, wordt er minder Frans gesproken dan in de eerdere edities. Twee taalverschuivingen liggen hierbij aan de basis: enerzijds kiezen meer Brusselaars voor het gebruik van het Nederlands in combinatie met het Frans, en anderzijds verwerft het Engels een meer prominente plaats in de mondelinge communicatie met de gemeentelijke ambtenaren. Het Engels wordt veelal gecombineerd met de twee officiële talen. Zo’n 10% van de Brusselaars opteert dan weer voor het gecombineerd gebruik van de drie contacttalen. 

Tabel 8: Taalgebruik leden tijdens de activiteiten –TB5
Tabel 8: Taalgebruik leden tijdens de activiteiten –TB5

Het Brusselse verenigingsleven vervult een duidelijke maatschappelijke rol als ontmoetingsplaats voor mensen met verschillende thuistaalachtergronden. Kijken we specifiek naar het Nederlandstalig verenigingsleven, dan is in 75% van die verenigingen de voertaal wel degelijk het Nederlands. In de overige gevallen wordt het Nederlands gecombineerd met het Frans en/of het Engels. Deze deelname impliceert niet enkel een opstap naar het Nederlands voor vele niet-Nederlandstaligen. Het verenigingsleven dient immers ook als een belangrijke hefboom tot gemeenschapsvorming en draagt bij tot een gedeeld gevoel van behoren tot een bredere gemeenschap.

Bekijken we de evolutie van het Brussels taallandschap op het niveau van een dynamische stedelijke omgeving, dan zien we dat de Brusselse realiteit enerzijds evolueert naar een meer ‘complexe’ stedelijke diversiteit, en anderzijds een convergentie ervaart naar een meertalige samenleving. Beide tendensen zijn aanwezig en sluiten elkaar niet uit. De evolutie die het vijfde Brusselse Taalbarometeronderzoek illustreert is er één van verhoogde taaldiversiteit, van taalverschuivingsprocessen en een wijzigend taalgebruik. Het gaat bij taalkeuze niet om een ‘of/of’ situatie, maar eerder een ‘en/en’ verhaal. Het combineren van contacttalen, dat in vele gevallen aan de basis lag van de vastgestelde taalverschuivingsprocessen, is voor vele Brusselaars niet enkel een norm, het is voor hen een voorwaarde tot volwaardig deelnemen aan de Brusselse samenleving.

Als we tot slot onze focus verleggen naar de positie van het Nederlands in dat meertalige Brussel, dan is de balans gematigd positief. De groeiende meertaligheid impliceert geen taalverlies ten nadele van het Nederlands. Het tegendeel lijkt eerder het geval: meertaligheid vormt een hefboom. Een aanzienlijk aandeel van de Brusselaars erkent het meertalige karakter van Brussel en onderschrijft het belang van het Nederlands hierin. De draagwijdte van de taal beperkt zich zeker niet tot de economische sector (omwille van arbeidsmarktperspectieven), maar vindt ook haar weg naar de overige taaldomeinen, weliswaar vaak in combinatie met het Frans en/of Engels. De groeiende vraag naar taalcursussen Nederlands voor volwassenen is hier een sterke indicatie van. Tezelfdertijd hebben we met het Nederlandstalig onderwijs en verenigingsleven in Brussel gewaardeerde instrumenten om het Nederlands zowel aan Nederlandstaligen als niet-Nederlandstaligen door te geven. Deze instellingen vormen binnen de Brusselse context een katalysator, door de ‘vraag’ naar het Nederlands om te zetten in een ‘aanbod’. Het Nederlands is meer dan alleen een officiële taal binnen het Gewest. Vanwege diens meervoudige rol blijft deze taal een belangrijke sleutel tot meertaligheid in Brussel. 


Het vijfde Taalbarometeronderzoek werd uitgevoerd door Mathis Saeys (BRIO-Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum, Vrije Universiteit Brussel) in opdracht en met steun van de Vlaamse overheid.

verbeelding werkt

 

 

Contactpersoon
Publicatie type
Fiche
Categorie
Arbeidsmarkt
Cultuur / Vrije tijd
Onderwijs
Taal
Taal en onderwijs
Regio
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Share this